De meting

 

Bij kinderen jonger dan 8 jaar worden de lenzen alleen aangepast op advies van een oogarts, vanaf 8 jaar mogen onze optometristen de lenzen ook aanmeten. Er word een oogmeting gedaan waarbij de ogen worden gedruppeld. Zo kan de sterkte exact worden bepaald.

Daarnaast meten we de lengte van het oog met een speciaal apparaat, een zogenaamde aslengte-meter. Dit is bijzonder belangrijk; zo kunnen we precies de groei van het oog bijhouden.

Zonder deze aslengte meting is de groei van het oog niet exact te bepalen. Bij elke (lens)controle wordt de lengte van het oog gemeten.  Louter op basis van het verloop van de sterkte berust de bepaling van de groei voor een groot deel op aannames en is dus de juiste werking van de lens of het brillenglas niet goed te beoordelen.